De toeslagenaffaire is geen incident, maar onderdeel van een patroon

21 december 2020

De toeslagenaffaire is een ongelooflijk horror verhaal.
– Een spijkerharde wet, die mensen meteen tot crimineel bestempelt na een kleine vergissing
– Een verbijsterend slechte wet, die in 96% van de gevallen tot onterechte conclusies leidt
– Een uitvoeringsdienst, die signalen van hun eigen juristen over ongewenste effecten in de la stopt
– Een uitvoeringsdienst, die geen ruimte geeft voor verweer van gedupeerden
– Rechters, die alleen naar de wet kijken en niet naar de effecten van die wet
– Rechters, die mensen met terechte bezwaren desondanks toch niet in het gelijk stellen
– Politici, die verzoeken om openbaarheid niet honoreren
– Politici, die informatie achter houden

Tien jaar lang, tienduizenden slachtoffers, tienduizenden euro’s terug te betalen, tientallen gezinnen kapot.  Gruwelijk. Een nietsontziend systeem, waar de menselijke maat geheel zoek is geweest.

Is dit een incident? Is hier iets vreselijks fout gegaan waar het normaal altijd goed gaat?
In eerste instantie dacht ik van wel. Ik heb over het algemeen veel vertrouwen in onze ministers, ambtenaren, uitvoeringsinstanties en de rechtspraak. Niet dat het altijd allemaal feilloos loopt, maar over het algemeen denk ik dat je de politici en ambtenaren in ons land kunt vertrouwen. En, minstens zo belangrijk, dat er een goed systeem van controles aanwezig is, van ombudsmannen, rekenkamers, inspecties, advocaten, rechters ed. die erop toezien dat dat vertrouwen niet beschaamd wordt. Daarom dacht ik eerst dat dit een incident was. Een toevallige loop van omstandigheden waar, op de één of andere manier, alles fout ging wat fout kon gaan. De wet van Murphy.

Maar, als veranderkundige, ben ik geneigd om kritische vragen te stellen, ook aan mezelf. En te kijken of er hier geen patroon zichtbaar wordt. Want dat is vaak het geval bij gebeurtenissen, die schijnbaar zo maar gebeuren.

En na een tijdje kreeg ik het gevoel, dat deze gebeurtenis inderdaad niet op zichzelf staat. Maar samen met andere gebeurtenissen inderdaad onderdeel uitmaakt van een patroon. Een patroon in onze maatschappij. Ik deel het hier met jou als lezer van deze blog. Wellicht ben je het helemaal niet met me eens en wellicht heb ik het ook helemaal fout. Maar ik weet wel dat het nadenken over patronen verstandig is. Dus doe dat zelf ook alsjeblieft. En laat me weten als je zelf tot andere conclusies komt.

Ik breng de toeslagenaffaire in verband met de tweedeling in de maatschappij, die de laatste jaren al door velen is gezien en beschreven. Dus
– met de 30-40% van de mensen die geen vertrouwen meer hebben in de politiek en haar besluiten. Die zich afzetten tegen het elite denken en zich zorgen maken over wat er allemaal verloren gaat aan eigen identiteit. Die zich kansarm vinden, qua inkomen, banen, woningen, cultuur. Die zich niet gehoord voelen.
– met de tweedeling in inkomens. De winst die blijft groeien voor mensen met geld. En de moeite om geld te verdienen voor de mensen zonder geld.
– met de tweedeling in mening over de gezondheid van Nederland. Aan de ene kant degenen, die economische groei, de aanwezigheid van grote hoofdkantoren, onze agrarische export en onze logistieke schakelrol in vliegverkeer, containers, gas en data als belangrijke criteria voor gezondheid beschouwen. En aan de andere kant diegenen, die sociale ongelijkheid, verloren gaan van biodiversiteit, onderwijsachterstand en achterblijven van minder verdienenden als criteria voor de gezondheid van het land vinden.
– met de tweedeling in zelfbeheersing en eigenbelang. Aan de ene kant de mensen die snappen dat samenleven en samenwerken ook ‘geven en nemen’ en ‘luisteren en overleggen’ betekent. Aan de andere kant diegenen die middelvingers opsteken, scheldkanonnades uitstorten op sociale media en hulpverleners aanvallen tijdens hun werk.

Het patroon dat ik meen te herkennen uit deze tweedeling is een patroon van hardheid, onverschilligheid en eigenbelang. Een patroon dat steeds meer de plaats inneemt van warmte, openheid en sociaal gedrag.
Ik herkende dit patroon. Het is al oud en wordt sinds mensenheugenis geassocieerd aan rijkdom en welvaart. Het is het patroon van de vrek.
Nederland is rijk geworden en de kenmerken van de gierige vrek komen steeds duidelijker naar voren.

En toen zag ik ook genoeg andere voorbeelden van dat patroon. Niet op het niveau van mens tot mens. Maar wel duidelijk aanwezig in ons beleid en politiek:

– onze premier bevindt zich met trots bij de vrekkige vier in Europa
– Nederland wordt overal in Europa en daarbuiten tot een belastingparadijs beschouwd
– wij staan achteraan de rij in Europa als het gaat om klimaatmaatregelen, want dat gaat ten koste van ons concurrentievoordeel
– groei van onze schakelfunctie is leidend, dus graag meer vliegverkeer, meer vrachtverkeer en meer datacenters

In de laatste decennia stond in Nederland de economie op 1. Dat heeft veel mensen goed geld opgeleverd. Ikzelf heb daar ook van geprofiteerd. Maar inmiddels bekruipt me het ongemakkelijke gevoel, dat we elkaar samen gek en hardvochtig aan het maken zijn. We worden gewetenloze vrekken. Ten koste van een groot deel van onze eigen burgers, van onze eigen grond, lucht en klimaat.

Zullen we de mens weer op 1 zetten? De burger, de werknemer, de buurtbewoner, de kwetsbare? En de marktwerking, efficiëntie en belastingvoordelen weer omvormen naar de menselijke maat? Bijvoorbeeld door organisaties zich te laten bekommeren om hun werknemers, ook die op flex contracten. Nog niet zo lang geleden (in de vorige eeuw) waren daar overal voorbeelden van te vinden in Nederland. En in Oost-Europa was het heel gewoon en zeer gewaardeerd, dat bedrijven mee zorgden voor scholing, onderwijs, werkgelegenheid. We hoeven geen verzuiling of een oostblok regiem, maar daar zitten wellicht wel de elementen in die we kunnen gebruiken voor een warmere maatschappij waar de mens op nummer 1 staat.

Dat vergt een transitie. Transities duren lang. En transities bestaan per definitie uit een onvoorspelbaar proces, waarvan je in het begin niet precies weet hoe dat dan moet. Maar het begint bij het signaleren dat het anders moet. Fundamenteel anders.

Niet meer het vertrouwde economie-op-1 patroon. Beginnen aan een nieuw mens-op-1 patroon.
Anders zien we zo meteen een tweede en derde toeslagenaffaire.

 

Delen